ECLI:NL:HR:2003:AL6992
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen in de baatbelasting van de gemeente Dongeradeel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 24 mei 2002 werd gedaan in verband met aanslagen in de baatbelasting van de gemeente Dongeradeel. De belanghebbende, eigenaar van onroerende zaken aan de a-straat 1, 2, 3 en 4 te Q, had vier verenigde aanslagen ontvangen, die na bezwaar door het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Dongeradeel werden gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop volgde het cassatieberoep.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanslagen niet in stand konden blijven. De Raad stelde vast dat de gemeente Dongeradeel in totaal ƒ 742.429 aan baatbelasting had geheven, wat meer was dan het bedrag van ƒ 700.000 dat in het Bekostigingsbesluit was vastgesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de aanslagen moesten worden verminderd. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van het Hoofd, en bepaalde dat de aanslagen voor de onroerende zaken moesten worden verlaagd tot respectievelijk ƒ 3238,69, ƒ 6477,38, ƒ 6477,38 en ƒ 9714,19. Tevens werd de gemeente Dongeradeel veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak om bij het vaststellen van belastingtarieven rekening te houden met eerder vastgestelde maxima in bekostigingsbesluiten. De Raad bevestigde dat overschrijding van het maximum niet leidt tot de onverbindendheid van de gehele verordening, maar enkel tot de onverbindendheid van de tariefstelling die het maximum overschrijdt.