ECLI:NL:HR:2003:AL6974
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige aanslag toeristenbelasting en de rechtsgeldigheid van de heffingsmaatstaf
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 maart 2002, betreffende een voorlopige aanslag in de toeristenbelasting van de gemeente Haarlemmermeer voor het jaar 2000. De voorlopige aanslag, ter hoogte van ƒ 1.276.303,20, werd opgelegd na bezwaar, maar het hoofd van de sector Belastingen handhaafde deze aanslag. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de heffing van toeristenbelasting is gebaseerd op de Verordening op toeristenbelasting 2000 van de gemeente Haarlemmermeer, waarbij een tarief van zes procent geldt over de vergoeding voor verblijf met overnachten. De centrale vraag in cassatie was of deze heffingsmaatstaf in strijd is met de Gemeentewet en de beginselen van gelijkheid en evenredigheid. Het Hof had geoordeeld dat de heffingsmaatstaf een objectief criterium is dat niet meer dan een indirect verband heeft met het inkomen van de toerist of de winst van het hotel, en dat de belasting afhankelijk is van feiten en omstandigheden die verband houden met de duur van het verblijf en het aantal personen.
De Hoge Raad oordeelde dat de oordelen van het Hof geen blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en dat deze niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd zijn. De middelen van belanghebbende, die zich richtten tegen de oordelen van het Hof, faalden derhalve. De Hoge Raad concludeerde dat de gemeentelijke wetgever de vrijheid heeft om te bepalen dat verblijf in verschillende soorten hotels niet als gelijke gevallen worden beschouwd, en dat de toeristenbelasting op een vast percentage kan worden geheven zonder dat dit in strijd is met de gelijkheids- of evenredigheidsbeginselen.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 3 oktober 2003.