ECLI:NL:HR:2003:AL2108
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake vennootschapsbelasting 1997
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2003 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 28 mei 2002, betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1997. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat het risico van onjuiste adressering van het aanslagbiljet bij belanghebbende lag. Belanghebbende had aangegeven dat de correspondentie naar een specifiek adres moest worden verzonden, maar had vervolgens niet duidelijk een ander adres opgegeven. De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur het aanslagbiljet op de juiste wijze had bekendgemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift was aangevangen.
Echter, de Hoge Raad oordeelde ook dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de termijnoverschrijding door belanghebbende niet als verschoonbaar kon worden aangemerkt. De uitspraak van het Hof voldeed niet aan de eisen van de wet, waardoor de klachten van belanghebbende in dit opzicht slaagden. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest. Tevens is bepaald dat de Staat het griffierecht van € 184,50 aan belanghebbende dient te vergoeden.