ECLI:NL:HR:2003:AK8517

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/057HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in faillissementszaak met betrekking tot schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 21 oktober 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Rotterdam met het verzoek om de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft eiser ter terechtzitting gehoord en heeft op 19 februari 2003 het verzoek afgewezen. Eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na een mondelinge behandeling op 29 april 2003 heeft het hof op 6 mei 2003 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft eiser beroep in cassatie ingesteld, waarbij het cassatierekest aan het arrest is gehecht.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die strekte tot verwerping van het beroep, gevolgd. De Hoge Raad oordeelt dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 24 oktober 2003 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A. Hammerstein en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

24 oktober 2003
Eerste Kamer
Nr. R03/057HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 21 oktober 2002 ter griffie van de rechtbank te Rotterdam ingekomen verzoekschrift heeft eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - zich gewend tot die rechtbank en verzocht ten aanzien van hem de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
Nadat de rechtbank [eiser] ter terechtzitting had gehoord heeft zij bij vonnis van 19 februari 2003 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na mondelinge behandeling op 29 april 2003 heeft het hof bij arrest van 6 mei 2003 het bestreden vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A. Hammerstein en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 24 oktober 2003.