ECLI:NL:HR:2003:AK8321
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over voortzetting huurovereenkomst en ontruimingstermijn
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen eiser en verweerster. Eiser, eigenaar van een woning, heeft verweerster, die sinds haar geboorte in de woning woont, gedagvaard tot ontruiming. Verweerster heeft de vordering bestreden en stelt dat zij de huurovereenkomst stilzwijgend heeft voortgezet na het overlijden van haar moeder. De kantonrechter heeft in eerste instantie de vordering van eiser tot ontruiming toegewezen, maar verweerster heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en bepaald dat verweerster de huur kan voortzetten.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat eiser in redelijkheid geen beroep kon doen op overschrijding van de termijn voor het instellen van een vordering tot voortzetting van de huurovereenkomst. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de rechtbank en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, met aanpassing van de ontruimingstermijn. De Hoge Raad bepaalt dat verweerster de woning binnen één maand na betekening van het arrest moet ontruimen. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van eiser toegewezen.