ECLI:NL:HR:2003:AK4747
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake arbeidsongeschiktheid en verzekeringsovereenkomst
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Garretsen, Achmea Schadeverzekeringen N.V. aangeklaagd in verband met een geschil over een verzekeringsovereenkomst. Eiseres vorderde onder andere dat de verzekering ook het risico van arbeidsongeschiktheid dekt, specifiek gerelateerd aan klachten over de rug en wervelkolom. Achmea, vertegenwoordigd door mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft de vorderingen bestreden en in reconventie terugbetaling van eerder uitgekeerde schadevergoeding geëist. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 1 oktober 1997 de primaire vorderingen van eiseres afgewezen, maar de subsidiaire vordering toegewezen, terwijl de vordering van Achmea in reconventie werd toegewezen.
Eiseres ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar zij haar eis vermeerderde en een wijziging van de verzekeringsovereenkomst vroeg. Achmea stelde incidenteel hoger beroep in. Het Hof bekrachtigde op 27 november 2001 het vonnis van de Rechtbank en verwierp het incidenteel appel. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad heeft op 19 september 2003 het beroep in cassatie verworpen. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. Eiseres werd in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Achmea werden begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.