ECLI:NL:HR:2003:AK3697
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof inzake huwelijkse voorwaarden en aandelenverdeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een vrouw en een man, die eerder gehuwd waren en nu in een geschil verwikkeld zijn over de verdeling van de waarde van aandelen in de besloten vennootschap Gate Electronics B.V. De vrouw, eiseres tot cassatie, had de man, verweerder in cassatie, gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage met het verzoek een deskundige te benoemen om de waarde van de aandelen vast te stellen en de man te veroordelen tot betaling van de helft van die waarde. De rechtbank had de vorderingen van de vrouw afgewezen, waarna zij hoger beroep instelde bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof bekrachtigde de vonnissen van de rechtbank, wat leidde tot de cassatieprocedure.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd met betrekking tot de uitleg van de huwelijkse voorwaarden. De vrouw had aangevoerd dat de huwelijkse voorwaarden een verplichting tot periodieke verrekening van overgespaarde inkomsten inhielden, maar het hof oordeelde dat de bedoeling van partijen pas aan de orde kwam als er twijfel bestond over de tekst van de huwelijkse voorwaarden. De Hoge Raad stelde echter vast dat de woorden in de huwelijkse voorwaarden een wezenlijk andere betekenis hadden dan de woorden die door het hof waren gehanteerd. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank terecht had beslist dat er geen sprake was van een verrekenbeding zoals door de vrouw gesteld.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de kosten van het geding in cassatie door iedere partij zelf gedragen moesten worden.