ECLI:NL:HR:2003:AJ3256
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatiegeschil tussen man en vrouw
In deze zaak, die op 24 oktober 2003 door de Hoge Raad der Nederlanden is behandeld, gaat het om een echtscheiding en de daaruit voortvloeiende alimentatieverplichtingen. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had op 24 februari 2000 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Leeuwarden, waarin zij verzocht om echtscheiding en een bijdrage in haar levensonderhoud van ƒ 3.000,-- per maand. De rechtbank heeft op 24 mei 2000 de echtscheiding uitgesproken en de man gelast om de huwelijksgemeenschap te verdelen. Na verschillende tussenbeschikkingen heeft de rechtbank op 4 juli 2001 de man veroordeeld tot het betalen van alimentatie aan de vrouw.
De man heeft tegen deze eindbeschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 7 augustus 2002 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft de man cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de man in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen rechtsvragen zijn die in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden. De Hoge Raad heeft het beroep van de man verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven.