ECLI:NL:HR:2003:AI1588
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake diefstal en poging tot diefstal met valse sleutel
Op 7 oktober 2003 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 19 november 2002 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen en poging tot diefstal, waarbij gebruik was gemaakt van een valse sleutel. De verdachte, geboren in 1964 en wonende te [woonplaats], had samen met een ander geprobeerd geldbedragen te stelen van een slachtoffer door middel van een woninginbraak en het gebruik van bankpasjes. De Hoge Raad heeft de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens gevolgd, die adviseerde het beroep in cassatie te verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat het gebruik van een bankpas in een pinautomaat door iemand die daartoe geen recht heeft, kan worden aangemerkt als het gebruik van een valse sleutel. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bewezenverklaring van de poging tot diefstal voldoende gemotiveerd was, ook al was de pincode onbekend voor de gebruiker. De Hoge Raad heeft alle middelen van de verdachte verworpen en het beroep in cassatie afgewezen, waardoor de veroordeling van het Gerechtshof in stand bleef.