ECLI:NL:HR:2003:AI1571
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen verstekarrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak verdachte
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een verstekarrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gewezen op 15 juli 2002. De verdachte, geboren in 1974 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Toorenburgh' te Alkmaar, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden. De zaak betreft onder andere de vraag of de raadsman van de verdachte, die niet uitdrukkelijk door de verdachte was gemachtigd, de verdediging mocht voeren tijdens de terechtzitting in hoger beroep. Het Hof had het verzoek van de raadsman afgewezen, omdat het van oordeel was dat er geen uitzonderlijk geval was dat het mogelijk maakte dat de raadsman zonder machtiging optrad. De Hoge Raad heeft in zijn arrest bevestigd dat de raadsman niet bevoegd was om de verdediging te voeren zonder een uitdrukkelijke machtiging van de verdachte. De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van het Hof niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en dat het middel faalt. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat er geen gronden zijn voor cassatie en de bestreden uitspraak niet ambtshalve vernietigd hoeft te worden.