ECLI:NL:HR:2003:AI0926
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie van belanghebbenden tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake Ziekenfondswet
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de belanghebbenden X en X-Y te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 april 2002, nr. P00/1508. De zaak betreft beschikkingen die zijn gegeven op basis van artikel 3d, lid 2, van de Ziekenfondswet (tekst 2000). De Inspecteur had eerder verklaard dat de belanghebbenden voor het jaar 2000 voldeden aan de voorwaarden van de Wet, maar na bezwaar heeft hij deze verklaringen herroepen en nieuwe verklaringen afgegeven met dezelfde inhoud. De belanghebbenden hebben hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat de beroepen ongegrond verklaarde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbenden beoordeeld. Het Hof oordeelde dat de vaststelling van de verplichte ziekenfondsverzekering een 'determination of civil rights and obligations' is in de zin van artikel 6, lid 1, EVRM. Echter, de Hoge Raad oordeelt dat overschrijding van de redelijke termijn niet kan leiden tot vernietiging van de eerder genoemde verklaringen. Dit oordeel van het Hof wordt door de Hoge Raad als juist beschouwd. De overige klachten van de belanghebbenden kunnen evenmin tot cassatie leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 8 augustus 2003 door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, samen met de raadsheren A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.