3.2.2 Het hof heeft daartoe, samengevat weergegeven en voorzover in cassatie van belang, het volgende overwogen.
(1) (rov. 4.4) Uit een aantal, door het hof in rov. 4.4 opgesomde, omstandigheden blijkt dat het meer dan waarschijnlijk is dat in eerste instantie rook- en/of geurschade aan de kleding is opgetreden en dat de mogelijkheid daarvan in ieder geval niet nu reeds buiten beschouwing kan worden gelaten. Voorzover aan de kleding rookschade is opgetreden, wordt vergoeding ervan terecht rechtstreeks op grond van de polis gevorderd. In welke omvang er van dergelijke schade sprake is, zal nog nader aan de hand van het terecht door de rechtbank bevolen deskundigenbericht moeten worden vastgesteld.
(2) (rov. 4.5) V.K.S. heeft de enzymenbehandeling onjuist uitgevoerd doordat een veel te grote hoeveelheid NaturCare is gebruikt. Voorlopig is voorts voldoende aannemelijk geworden dat daardoor althans enige schade is ontstaan, in elk geval voldoende om deze - zo er een grond tot schadevergoeding aanwezig is - nader door deskundigen te laten onderzoeken.
(3) (rov. 4.5) Schade als gevolg van de onjuist uitgevoerde enzymbehandeling is niet rechtstreeks op grond van de polis gedekt. Deze schade is evenmin te kwalificeren als gevolgschade aangezien het hier geen schade betreft die is ontstaan als gevolg van de schade door een gedekt evenement, nu het optreden van V.K.S. het gevolg is van het feit dat dit bedrijf daartoe is ingeschakeld, en niet het rechtstreekse gevolg van het optreden van rookschade. De schade is ook niet aan te merken als bereddingskosten. Daaronder zouden de kosten van het laten uitvoeren van de behandeling door V.K.S. kunnen vallen (maar die zijn rechtstreeks gedragen door Nationale-Nederlanden), maar niet de schade die het gevolg is van een verkeerde uitvoering.
(4) (rov. 4.6) 't Witte Paerdje heeft als tweede grondslag aangevoerd dat Nationale-Nederlanden aansprakelijk is voor de gedragingen van V.K.S. nu Nationale-Nederlanden bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst gebruik heeft gemaakt van de hulp van V.K.S.
Dat V.K.S. toerekenbaar is tekortgeschoten, staat in deze procedure vast.
Het criterium voor een hulppersoon als bedoeld in art. 6:76 BW is niet of iemand van de schuldenaar opdracht heeft gekregen; hulppersoon is ieder die bij de uitvoering van de verbintenis door de schuldenaar wordt ingeschakeld.
Nationale-Nederlanden heeft niet weersproken, dat 't Witte Paerdje nog nooit van een enzymenbehandeling had gehoord zodat de mogelijkheid hiervan en de naam van het bedrijf V.K.S. door (de experts van) Nationale-Nederlanden moeten zijn geopperd, zoals 't Witte Paerdje stelt en Nationale-Nederlanden in feite heeft erkend. Nationale-Nederlanden heeft de kosten van deze behandeling betaald. Daargelaten of Nationale-Nederlanden (ontoelaatbare) druk op 't Witte Paerdje heeft uitgeoefend om de enzymenbehandeling te laten uitvoeren, staat wel als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast dat Nationale-Nederlanden deze behandeling vanaf het begin als een goede oplossing gepropageerd heeft en deze tegenover 't Witte Paerdje in verband heeft gebracht met haar aanspraak op uitkering, terwijl 't Witte Paerdje ([verweerster 2]) van aarzelingen over het nut en het risico van de behandeling blijk heeft gegeven en V.K.S. schoorvoetend tot het uitvoeren van de behandeling in staat heeft gesteld. Bij brief van 15 oktober 1997 heeft V.K.S. aan [betrokkene 7] laten weten dat door de experts van Nationale-Nederlanden aan haar is verzocht om een ontgeuringsbehandeling door middel van enzymen uit te voeren.
Onder deze omstandigheden moet V.K.S. worden aangemerkt als een bedrijf dat door Nationale-Nederlanden is ingeschakeld bij de uitvoering door Nationale-Nederlanden van de verzekeringsovereenkomst met 't Witte Paerdje, zodat V.K.S. als hulppersoon van Nationale-Nederlanden is opgetreden en Nationale-Nederlanden voor haar gedragingen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk is.
Daarbij is niet van doorslaggevende betekenis - dat is ook niet komen vast te staan - wie uiteindelijk de opdracht aan V.K.S. heeft gegeven of ondertekend; nu van tevoren vaststond dat Nationale-Nederlanden de kosten van de behandeling zou betalen ligt het, mede gelet op de haast waarmee de behandeling moest worden uitgevoerd, voor de hand dat V.K.S. zich er op dat moment niet om bekommerd heeft of en door wie een opdrachtformulier werd ondertekend.
Dit een en ander brengt mee dat Nationale-Nederlanden voor de schade door de enzymenbehandeling aansprakelijk is op grond van art. 6:76 BW.
(5) (rov. 4.7) Dit brengt mee dat ondanks het feit dat de grieven ten dele slagen, de rechtbank niettemin terecht heeft geoordeeld dat Nationale-Nederlanden de schade door rook en/of geur en die door de enzymenbehandeling aan 't Witte Paerdje dient te vergoeden zodat het tussenvonnis met verbetering van gronden zal worden bekrachtigd. De rechtbank heeft eveneens terecht een deskundigenonderzoek gelast met betrekking tot de vraag of 't Witte Paerdje daadwerkelijk schade heeft geleden. Het hof geeft de rechtbank in overweging om daar waar in de voorgestelde vragen gesproken wordt over "enzymenbehandeling", dit te vervangen door "rook of rookgeur of enzymenbehandeling".