ECLI:NL:HR:2003:AI0289
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over hoofdelijkheid in belastingaansprakelijkheid
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarin de Hoge Raad zich buigt over de hoofdelijkheid van eisers tot cassatie voor de loonbelasting- en premieschulden van een derde. De ontvanger van de Belastingdienst heeft eisers gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij hij vorderde dat eisers hoofdelijk aansprakelijk zouden worden verklaard voor de schulden van [betrokkene 1 en A]. De rechtbank heeft in een tussenvonnis bewijslevering opgedragen en in een eindvonnis geoordeeld dat eisers inderdaad hoofdelijk aansprakelijk zijn. Eisers hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat in een eindarrest de vordering van de ontvanger heeft toegewezen. Tegen dit eindarrest hebben eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten van eisers niet tot cassatie kunnen leiden. De advocaat-generaal heeft geadviseerd het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft dit advies gevolgd en het beroep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de ontvanger. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 26 september 2003.