ECLI:NL:HR:2003:AI0268
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- O. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake garanties bij aandelenoverdracht en aansprakelijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Venture Fund Rotterdam B.V. (VFR) en P&O Netherlands B.V. (P&O). De zaak betreft een geschil over garanties die VFR heeft gegeven bij de overdracht van aandelen in GTW Participaties B.V. aan P&O. P&O had VFR gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam en vorderde betaling van een bedrag dat voortvloeide uit vermeende schade door niet-nakoming van deze garanties. De Rechtbank heeft de vordering van P&O afgewezen, omdat de schade het overeengekomen drempelbedrag van ƒ 100.000,-- niet overschreed. P&O ging in hoger beroep, maar het Gerechtshof te 's-Gravenhage bevestigde de afwijzing van de vordering. VFR heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had toegepast door te concluderen dat VFR geen recht had om zich te verweren tegen de nieuwe stelling van P&O, die was gebaseerd op een wijziging in de Duitse fiscale rechtspraak. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd P&O in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest benadrukt het belang van het beginsel van hoor en wederhoor in rechtsprocedures, vooral wanneer nieuwe elementen in het debat worden ingebracht.