ECLI:NL:HR:2003:AH8732
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Erkenning van buitenlandse echtscheidingen en alimentatieverplichtingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door een vrouw, wonende in de Verenigde Staten, tegen een man, wonende op Aruba. De vrouw had eerder een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin zij vroeg om erkenning van drie vonnissen van het Circuit Court in Florida, die betrekking hadden op voorlopige alimentatie, echtscheiding en de verdeling van huwelijksgoederen. Het Gerecht had de rechtsgeldigheid van deze vonnissen erkend en de man veroordeeld tot uitvoering van de daarin opgenomen verplichtingen. De man had hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat het vonnis van het Gerecht vernietigde en de vorderingen van de vrouw afwees. De vrouw heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de man en de vrouw op 23 september 1976 te Aruba met elkaar gehuwd zijn en dat beide partijen de Nederlandse nationaliteit bezitten. De vrouw had op 9 november 1998 een echtscheidingsprocedure aanhangig gemaakt in Florida, waar de man zich had teruggetrokken na een exceptie van onbevoegdheid. De Hoge Raad oordeelde dat de vonnissen van het Circuit Court, die de basis vormden voor de verzoeken van de vrouw, rechtsgeldig waren en dat het Gemeenschappelijk Hof ten onrechte de vorderingen had afgewezen. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van het Hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling.
De Hoge Raad compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest benadrukt de erkenning van buitenlandse echtscheidingen en alimentatieverplichtingen in het Nederlandse recht en de procedurele waarborgen die daarbij komen kijken.