ECLI:NL:HR:2003:AG0205

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
38558
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J. Zuurmond
  • D.G. van Vliet
  • J.W. van den Berge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake teruggaaf van inkomstenbelasting en middeling

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 mei 2002, nr. 01/01583, betreffende een verzoek om teruggaaf van inkomstenbelasting over de jaren 1997 tot en met 1999. Belanghebbende had op basis van artikel 66a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 een verzoek ingediend voor teruggaaf, maar dit verzoek werd door de Inspecteur afgewezen. Na bezwaar tegen deze afwijzing handhaafde de Inspecteur zijn beslissing, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het indienen van een cassatieberoep door belanghebbende.

De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. Tevens werd in de uitspraak vermeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond, en dit arrest werd openbaar uitgesproken op 13 juni 2003 door vice-president G.J. Zuurmond, samen met de raadsheren D.G. van Vliet en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

Nr. 38.558
13 juni 2003
AF
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 mei 2002, nr. 01/01583, betreffende na te melden verzoek om teruggaaf van inkomstenbelasting.
1. Verzoek om middeling, bezwaar en geding voor het Hof
Belanghebbende heeft op grond van artikel 66a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 verzocht om teruggaaf van inkomstenbelasting over het tijdvak 1997 tot en met 1999, welk verzoek bij beschikking van de Inspecteur is afgewezen. Die beschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2003.