ECLI:NL:HR:2003:AF9442
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie in civiele zaak over schadevergoeding en aansprakelijkheid na terugtred uit overeenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H. Barendrecht, tegen de verweerders in cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. van Staden ten Brink. De zaak heeft zijn oorsprong in een geding dat op 21 september 1994 is gestart door de verweerders, die eiser hebben gedagvaard voor de rechtbank te Middelburg. De verweerders vorderden een schadevergoeding van ƒ 292.094,--, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van schade die zij zouden hebben geleden door de terugtred van eiser uit een overeenkomst tot gezamenlijke praktijkuitoefening.
De rechtbank heeft in een vonnis van 20 maart 1996 eiser aansprakelijk verklaard voor de geleden schade. Na een tussenvonnis op 23 december 1998 heeft de rechtbank in een eindvonnis op 22 september 1999 eiser veroordeeld tot betaling van ƒ 74.917,--, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser heeft tegen deze vonnissen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar ook verweerders incidenteel hoger beroep hebben ingesteld.
Het Gerechtshof heeft op 22 november 2001 in het incidentele beroep de eerdere vonnissen vernietigd en eiser veroordeeld tot betaling van ƒ 109.423,--, met wettelijke rente. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en heeft het beroep verworpen. Eiser is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.