ECLI:NL:HR:2003:AF9439
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en dekking onder AVB-verzekering in relatie tot WAM-verzekering na ongeval met hoogwerker
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 oktober 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. en een verweerder in cassatie. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld door de weduwe van een verongelukte werknemer, die op 22 augustus 1988 om het leven kwam tijdens een arbeidsongeval met een hoogwerker. De weduwe had eerder een vordering ingesteld tegen de werkgever van haar overleden echtgenoot, die door de rechtbank was toegewezen. De verweerder in cassatie had Nationale-Nederlanden in vrijwaring opgeroepen, stellende dat de verzekeraar gehouden was om de schade te vergoeden op basis van de afgesloten aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen (AVB). De rechtbank had de vordering van de verweerder in vrijwaring afgewezen, maar het gerechtshof had deze vordering alsnog toegewezen, wat leidde tot het cassatieberoep door Nationale-Nederlanden.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de overwegingen van het hof bevestigd en geoordeeld dat de uitsluiting van dekking in de AVB-verzekering niet verder reikt dan de dekking die de WAM-verzekering biedt. De Hoge Raad oordeelde dat de schade niet was veroorzaakt op een wijze die kenmerkend is voor verkeersrisico's, en dat de verweerder er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat de uitsluiting in de AVB-polis aansluit bij de dekking van de WAM-polis. De Hoge Raad heeft het beroep van Nationale-Nederlanden verworpen en de verzekeraar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.