ECLI:NL:HR:2003:AF9433
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake de levering van onroerend goed en bevoegdheid van de rechtbank
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], verweerder, eveneens wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. Eiser vorderde primair dat verweerder zou worden veroordeeld om het pand aan de [A-straat] met bijbehorende grond te leveren, waarbij de waardering van het agrarisch gebruik van de woning zoals getaxeerd door Vollebregt-Barten in het rapport van 8 januari 1998, gecorrigeerd in de brief van 30 januari 1998, zou worden aangehouden. Subsidiair vorderde eiser een verklaring voor recht dat bij verkoop door verweerder de waardering van het agrarisch gebruik van de woning zou worden aangehouden. Verweerder heeft een incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid genomen en verzocht om de zaak te verwijzen naar het Scheidsgerecht, met veroordeling van eiser in de kosten van het geding. De rechtbank heeft de incidentele vordering afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen. Verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat bij arrest van 10 januari 2002 de rechtbank onbevoegd verklaarde. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter en raadsheren A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 12 september 2003.