ECLI:NL:HR:2003:AF9405

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/334HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verzet tegen verstekvonnis en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [Eiser] en Spektrum Financieringen B.V. De zaak begon met een geding dat door Spektrum was aangespannen tegen [Eiser] voor de rechtbank te Roermond, waarbij Spektrum vorderde dat [Eiser] een bedrag van ƒ 3.743,02 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft bij verstekvonnis van 7 mei 1998 de vordering toegewezen, omdat [Eiser] niet was verschenen. Na het instellen van verzet door [Eiser] heeft de rechtbank op 1 juli 1999 het verstekvonnis vernietigd en de vordering van Spektrum afgewezen. Spektrum ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 9 augustus 2001 het vonnis van de rechtbank vernietigde en het verzet van [Eiser] ongegrond verklaarde. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten van [Eiser] niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [Eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Spektrum zijn begroot op € 301,86 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein en P.C. Kop, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

12 september 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/334HR
JMH/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. K. van Dijk,
t e g e n
SPEKTRUM FINANCIERINGEN B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Spektrum - heeft bij exploit van 15 december 1997 eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de rechtbank te Roermond. Na vermindering van eis heeft zij gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] te veroordelen om aan Spektrum te betalen een bedrag van ƒ 3.743,02, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 1997 tot aan de dag der algehele voldoening.
Nadat [eiser] niet was verschenen, heeft de rechtbank bij verstekvonnis van 7 mei 1998 de vordering toegewezen.
Bij exploit van 14 oktober 1998 heeft [eiser] tegen dit verstekvonnis verzet ingesteld en gevorderd hem tot goed opposant te verklaren en hem te ontheffen van de veroordeling tegen hem uitgesproken bij voormeld verstekvonnis.
Spektrum heeft in oppositie de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 1 juli 1999 het verzet gegrond verklaard, het tussen partijen op 7 mei 1998 door deze rechtbank gewezen verstekvonnis vernietigd, en de vordering van Spektrum afgewezen. Omtrent de proceskostenveroordeling heeft de rechtbank op 26 augustus 1999 nog een herstelvonnis gewezen.
Tegen het vonnis van 1 juli 1999 heeft Spektrum hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 9 augustus 2001 heeft het hof het vonnis waarvan beroep (inclusief het herstelvonnis van 26 augustus 1999) vernietigd en, opnieuw rechtdoende, het verzet van [eiser] tegen het op 7 mei 1998 tussen partijen gewezen verstekvonnis ongegrond verklaard, [eiser] in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep aan de zijde van Spektrum veroordeeld zoals in het dictum van arrest is aangegeven, en dit arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Spektrum heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Spektrum begroot op € 301,86 aan verschotten en €. 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 12 september 2003.