ECLI:NL:HR:2003:AF8840

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/105HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
  • J.B. Fleers
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake de vennootschap onder firma Double Super en wanprestatie door verweerder

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, zijn de eisers tot cassatie, bestaande uit de vennootschap onder firma Double Super en de gebroeders [eisers], in conflict met verweerder, die hen beschuldigt van wanprestatie. De zaak begon met een dagvaarding op 24 juni 1996, waarbij eisers vorderden dat de overeenkomst met verweerder ontbonden zou worden vanwege wanprestatie. De rechtbank te Rotterdam heeft in eerste aanleg de vorderingen van eisers afgewezen, maar in reconventie verklaard dat de vennootschap onder firma Double Super B.V. i.o. op 1 augustus 1996 is ontbonden. Dit vonnis werd door het gerechtshof te 's-Gravenhage op 27 november 2001 gedeeltelijk vernietigd, maar het hof bevestigde de ontbinding van de vennootschap.

Eisers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot een andere uitkomst konden leiden. De Hoge Raad heeft de vorderingen van eisers verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 3 oktober 2003, waarbij de vice-president en de raadsheren de zaak in het openbaar hebben behandeld. De beslissing van de Hoge Raad is dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven, en dat er geen rechtsvragen zijn die verdere motivering vereisen.

Uitspraak

3 oktober 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/105HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. de vennootschap onder firma DOUBLE SUPER,
gevestigd te Rotterdam,
2. [Eiser 2], wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3], wonende te [woonplaats],
4. [Eiser 4], wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder afzonderlijk te noemen: Double Super en gebroeders [eisers] dan wel gezamenlijk Double Super c.s. - hebben bij exploit van 24 juni 1996 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam en - na verandering en vermeerdering van eis bij conclusie van repliek - gevorderd bij vonnis:
a) de overeenkomst tussen Double Super c.s. en [verweerder] vanwege wanprestatie van [verweerder] (c.q. onrechtmatige daad) partieel op een door de rechtbank in goede justitie toekomstig tijdstip te ontbinden, alsmede
b) [verweerder] in de schade te veroordelen welke Double Super c.s. als gevolg van de wanprestatie (c.q. onrechtmatige daad) van [verweerder] hebben geleden, door de rechtbank in goede justitie te bepalen, en
c) te bepalen dat Double Super B.V. i.o. door gebroeders [eisers] zonder [verweerder] kan worden voortgezet, en
d) te bepalen dat Double Super B.V. i.o. c.q. gebroeders [eisers] na ontbinding of na uittreding in alle rechten treden van de vier vennoten die oorspronkelijk in Double Super samenwerkten, en dat Double Super B.V. i.o. mitsdien de bestaande huurovereenkomst voortzet.
[Verweerder] heeft zich tegen de verandering en vermeerdering van eis verzet.
De rechtbank heeft bij rolbeschikking van 31 juli 1997 het verzet tegen de wijziging van eis ongegrond verklaard.
[Verweerder] heeft in conventie de vorderingen bestreden en zijnerzijds - na wijziging van eis bij conclusie van repliek in reconventie - in reconventie gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht dat de vennootschap onder firma Double Super B.V. i.o. op 1 augustus 1996 is ontbonden, en gebroeders [eisers] te oordelen binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis over te gaan tot vereffening van de dan ontbonden maatschap de vennootschap onder firma Double Super onder leiding van M. Hamilton als vereffenaar, en bij gebreke daarvan over te gaan tot scheiding en deling van het vennootschappelijk vermogen van voornoemde vennootschap onder aanwijzing van M. Hamilton tot vereffenaar althans tot aanwijzing van een door de rechtbank aan te wijzen andere persoon tot vereffenaar alsmede met de benoeming van zoveel onzijdige personen alles als noodzakelijk is volgens de wet indien gebroeders [eisers] niet vrijwillig aan de scheiding en deling meewerken.
Double Super c.s. hebben de vorderingen in reconventie gemotiveerd bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 14 oktober 1999:
in conventie:
- de vordering van Double Super c.s. afgewezen voor zover deze inhoudt dat de overeenkomst tussen Double Super c.s. en [verweerder] vanwege wanprestatie van [verweerder] (c.q. onrechtmatige daad) partieel op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen toekomstig tijdstip wordt ontbonden, en [verweerder] in de schade wordt veroordeeld welke Double Super c.s. als gevolg van de wanprestatie (c.q. onrechtmatige daad) van [verweerder] hebben geleden, door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
- de vordering van Double Super afgewezen voor zover deze inhoudt dat Double Super B.V. i.o. door de gebroeders [eisers] zonder [verweerder] kan worden voortgezet, en Double Super B.V. i.o. c.q. de gebroeders [eisers] na ontbinding of na uittreding in alle rechten treden van de vier vennoten die oorspronkelijk in Double Super samenwerkten, en dat Double Super B.V. i.o. mitsdien de bestaande huurovereenkomst voortzet;
in reconventie:
- voor recht verklaard dat de vennootschap onder firma Double Super B.V. i.o. is ontbonden op 1 augustus 1996, en
in conventie en in reconventie:
- alvorens verder te beslissen een comparitie van partijen gelast.
Tegen dit in conventie en in reconventie tussen partijen gewezen vonnis hebben Double Super c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 27 november 2001 heeft het Hof:
- het vonnis waarvan beroep vernietigd, voor zover daarbij de vordering van Double Super c.s. tot veroordeling van [verweerder] in de schade welke Double Super c.s. als gevolg van de wanprestatie (c.q. onrechtmatige daad) van [verweerder] hebben geleden, wordt afgewezen;
- het vonnis voor het overige bekrachtigd, en
- de zaak ter verdere behandeling met inachtneming van dit arrest naar de rechtbank te Rotterdam verwezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof hebben Double Super c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de advocaat-generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Double Super c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 3 oktober 2003.