ECLI:NL:HR:2003:AF8751
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage wegens ongeldige betekening van de dagvaarding in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, vergezeld van geweld en bedreiging. De verdachte, geboren in Groot-Brittannië, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P.J. Hoogendam. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep niet rechtsgeldig was betekend. De verdachte had tijdens eerdere zittingen zijn adres opgegeven als 'Wellsborough, [a-straat] 22', maar de dagvaarding was verzonden naar een ander adres, 'Welssborough (GB), [a-straat] 2'. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ambtshalve de geldigheid van de appèldagvaarding had moeten onderzoeken voordat het verstek verleende tegen de niet verschenen verdachte. De Hoge Raad concludeerde dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven en verklaarde de dagvaarding in hoger beroep nietig.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof en verklaarde de dagvaarding in hoger beroep nietig, waarmee de rechtsgang van de verdachte werd hersteld. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening van dagvaardingen in het strafrecht en de noodzaak voor de rechter om de geldigheid van de betekening te controleren.