ECLI:NL:HR:2003:AF8272
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid en schadevergoeding in civiele rechtszaak
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.L. van Lookeren Campagne, verweerder gedagvaard voor de Rechtbank te Breda op 4 juni 1999. Eiser vorderde dat verweerder aansprakelijk werd gesteld voor de door hem geleden schade en verzocht om schadevergoeding, uitvoerbaar bij voorraad. De Rechtbank heeft op 19 september 2000 de vordering afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 17 december 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft op 11 juli 2003 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van verweerder op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Dit arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein en F.B. Bakels. De uitspraak is in het openbaar gedaan door raadsheer A. Hammerstein.