ECLI:NL:HR:2003:AF8261

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/010HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over luchtvaartverzekering en schadevergoeding na vliegtuigongeval

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een geschil tussen een eiseres en een verweerder over een luchtvaartverzekering. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.H. Tanja-van den Broek, was betrokken bij een rechtszaak die was aangespannen door de verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A. Ruig, naar aanleiding van een vliegtuigongeval dat plaatsvond op 14 oktober 1995 op het vliegveld Midden-Zeeland. De verweerder had de naamloze vennootschap 'De Nederlandsche Luchtvaartpool N.V.' (NLP) gedagvaard, met als doel te verklaren dat de luchtvaartverzekering met polisnummer 19.077.95 niet nietig was en dat NLP niet te goeder trouw deze nietigheid kon inroepen. Daarnaast vorderde de verweerder schadevergoeding voor de door hem geleden schade als gevolg van het ongeval.

De Rechtbank te Amsterdam heeft op 5 april 2000 een vonnis gewezen waarin de vordering van de verweerder tegen NLP gedeeltelijk werd afgewezen en de eiseres werd veroordeeld om schadevergoeding te betalen aan de verweerder. Tegen dit vonnis heeft de eiseres hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 6 september 2001 het vonnis heeft vernietigd voor zover het het dictum betreft en de eiseres opnieuw heeft veroordeeld tot schadevergoeding aan de verweerder.

De eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard en het beroep verworpen. De Hoge Raad heeft de eiseres ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 275,38 aan verschotten en € 435,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

5 september 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/010HR
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. T.H. Tanja-van den Broek,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. P.A. Ruig.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - heeft bij exploiten van 26 oktober 1998 de naamloze vennootschap "De Nederlandsche Luchtvaartpool N.V.", verzekeringsmaatschappij, gevestigd te Amsterdam, hierna: NLP, en eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat:
primair:
I.A. te verklaren voor recht dat de luchtvaartverzekering met polisnummer 19.077.95 niet nietig is, althans dat NLP niet te goeder trouw deze nietigheid kan inroepen;
I.B. NLP te veroordelen om aan [verweerder] alle (W.A.- en casco-)schade te voldoen, nader op te maken bij staat, welke schade is veroorzaakt door het vliegtuigongeval met het vliegtuig op 14 oktober 1995 op het vliegveld Midden-Zeeland;
I.C. NLP te veroordelen in de kosten van deze procedure;
subsidiair:
II.A. [eiseres] te veroordelen om aan [verweerder] te voldoen alle (W.A.- en casco-)schade, nader op te maken bij staat, welke schade is veroorzaakt door voormeld vliegtuigongeval;
II.B. [eiseres] te veroordelen in de kosten van de procedure.
NLP heeft de primaire en [eiseres] heeft de subsidiaire vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 5 april 2000:
- [verweerder] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tegen NLP voor zover deze vordering betrekking heeft op de rechten die Horizon Management aan de verzekeringsovereenkomst kan ontlenen;
- de vordering tegen NLP voor het overige afgewezen;
- [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding tegen NLP, tot aan deze uitspraak aan haar zijde begroot op ƒ 2.090,--, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 19 april 2000 tot aan de dag der algehele voldoening indien deze kosten niet binnen deze termijn zijn voldaan;
- [eiseres] veroordeeld om aan [verweerder] te voldoen alle door hem geleden en te lijden WA- en cascoschade, die is veroorzaakt door het vliegtuigongeval op 14 oktober 1995, voor zover de in dit vonnis genoemde polis tot dekking daarvan zou hebben geleid, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding tegen haar, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op ƒ 1.118,99;
- de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. [Verweerder] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 6 september 2001 heeft het Hof in het principaal en in het incidenteel appel het vonnis waarvan beroep voor zover tussen [eiseres] en [verweerder] gewezen vernietigd, doch uitsluitend voor zover dit het dictum betreft en in zoverre opnieuw rechtdoende:
- [eiseres] veroordeeld om aan [verweerder] te voldoen alle (WA- en casco-)schade, nader op te maken bij staat, welke is veroorzaakt door het vliegongeval op 14 oktober 1995 op het vliegveld "Midden-Zeeland" met het eenmotorig luchtvaartuig (Ruschmeyer), met registratie [001];
- het vonnis waarvan beroep voor het overige, voor zover gewezen tussen [eiseres] en [verweerder], bekrachtigd;
- [eiseres] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [verweerder] begroot de bedragen als in het arrest omschreven, en
- dit arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot referte.
[Eiseres] heeft de zaak doen toelichten door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 275,38 aan verschotten en € 435,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 5 september 2003.