ECLI:NL:HR:2003:AF7923
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Hof inzake oplichting en bijkomende straf van openbaarmaking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juni 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld voor oplichting, valsheid in geschrift, en verduistering, met een gevangenisstraf van achttien maanden en een bijkomende straf van openbaarmaking van de uitspraak. Het Hof had de openbaarmaking gelast op een door het Openbaar Ministerie te bepalen tijdstip in het Noordhollands Dagblad, met geschatte kosten van € 1350,--. Echter, het Hof verzuimde om een bevel tot vervangende hechtenis te geven en om artikel 24c van het Wetboek van Strafrecht te vermelden als wettelijk voorschrift voor de strafoplegging. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover het Hof deze verzuimen had begaan en beval dat bij gebreke van betaling van de kosten van openbaarmaking, vervangende hechtenis voor 27 dagen zou worden opgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de opgelegde straf mede gegrond was op artikel 24c Sr en verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt het belang van het correct toepassen van wettelijke voorschriften bij de oplegging van bijkomende straffen.