ECLI:NL:HR:2003:AF7896
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen de Gemeente Rheden inzake schadevergoeding
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], de Gemeente Rheden gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem met het verzoek om schadevergoeding. Eiser vorderde dat de Gemeente zou worden veroordeeld tot vergoeding van de door hem geleden schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 28 november 1996. De Gemeente heeft de vordering bestreden, waarna de Rechtbank op 3 februari 2000 de vordering van eiser afwees. Eiser ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 19 juni 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Procureur-Generaal strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gemotiveerd met verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit volgt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 301,86 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 20 juni 2003 door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop en F.B. Bakels.