ECLI:NL:HR:2003:AF7883
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kennisgevingstermijn bij non-conformiteit in koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door eisers tot cassatie, [Eiser 1] en [Eiseres 2], tegen verweerders in cassatie, [Verweerder 1] en [Verweerster 2]. De zaak is ontstaan uit een geschil over een koopovereenkomst waarbij de eisers vorderingen hebben ingesteld tegen de verweerders. De verweerders hebben bij exploit van 30 maart 1999 eisers gedagvaard voor de Rechtbank te Breda, waarbij zij een bedrag van ƒ 157.000,-- vorderden, vermeerderd met bijkomende kosten en wettelijke rente. De Rechtbank heeft een deskundigenonderzoek gelast en verdere beslissingen aangehouden. Eisers hebben hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de vordering van de verweerders heeft bekrachtigd in een eindarrest van 5 april 2001. Tegen deze arresten hebben eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 13 juni 2003 door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.