ECLI:NL:HR:2003:AF7683

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/005HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder in schuldsanering en cassatieprocedure

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van [verzoeker], die als opvolgend bewindvoerder was benoemd in de schuldsaneringsregelingen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Op 6 oktober 1999 werden de definitieve schuldsaneringsregelingen van toepassing verklaard. De Rechtbank te Utrecht heeft op 27 augustus 2001 en 31 oktober 2001 bewindvoerders ontslagen en [verzoeker] benoemd als opvolgend bewindvoerder. Op 8 januari 2003 werd [verzoeker] echter ontslagen als bewindvoerder na een voordracht van de rechter-commissaris. Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en de beschikking is openbaar uitgesproken op 27 juni 2003.

Uitspraak

27 juni 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/005HR
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker], kantoorhoudende te [plaats A],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M. Boender-Radder.
1. Het geding in feitelijke instanties
Op 6 oktober 1999 zijn definitieve schuldsaneringsregelingen van toepassing verklaard ten aanzien van [betrokkene 1] en [betrokkene 2], beiden wonende te [woonplaats].
Bij beschikkingen van de Rechtbank te Utrecht van 27 augustus 2001 en 31 oktober 2001 zijn op voordracht van de rechter-commissaris aldaar bewindvoerders ontslagen en bij laatstvermelde beschikking is verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - als opvolgend bewindvoerder in de onderhavige schuldsaneringsregelingen benoemd.
Na een voordracht tot ontslag door de rechter-commissaris heeft de Rechtbank de rechter-commissaris en [verzoeker] op 7 januari 2003 gehoord en bij beschikking van 8 januari 2003 [verzoeker] ontslagen als bewindvoerder in de onderhavige schuldsaneringsregelingen.
De beschikking van de Rechtbank van 8 januari 2003 is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 27 juni 2003.