ECLI:NL:HR:2003:AF7677
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake schadevergoeding na brand in bedrijfshal
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen TIMCO IMPORT-EXPORT B.V. en NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING N.V. TIMCO, de eiseres tot cassatie, had Nationale Nederlanden gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage, met de vordering om schadevergoeding te ontvangen voor de schade die was ontstaan door een brand in haar bedrijfshal op 28 oktober 1986. TIMCO vorderde een bedrag van ƒ 451.852,40, vermeerderd met wettelijke rente, en vergoeding van kosten, schaden en interessen. Nationale Nederlanden betwistte de vordering en voerde aan dat de brand was veroorzaakt door merkelijke schuld van de verzekerde, in de zin van artikel 294 van het Burgerlijk Wetboek.
De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft TIMCO toegelaten tot bewijslevering, maar uiteindelijk de vordering afgewezen. TIMCO ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat de eerdere uitspraak bevestigde en de zaak terugverwees naar de Rechtbank voor verdere afdoening. Na meerdere getuigenverhoren heeft de Rechtbank opnieuw de vordering afgewezen. TIMCO heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de klachten van TIMCO in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de in de onderdelen 1, 2, 3 en 4.1 aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad bevestigde dat de Rechtbank en het Hof op basis van het beschikbare bewijs terecht hadden geoordeeld dat de brand op instigatie van de directeur van TIMCO was gesticht. De Hoge Raad heeft de vordering van TIMCO afgewezen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 4.451,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.