ECLI:NL:HR:2003:AF7536

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/230HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de nakoming van een overeenkomst en schadevergoeding in het kader van auteursrecht

In deze zaak hebben de eisers tot cassatie, de stichting Stichting Administratiekantoor voor het Beheer van de Aandelen van de C.A.G. (Columbus Automatiseringengroep) en [eiser 2], verweerder in cassatie, gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem. De eisers vorderden primair de nakoming van een overeenkomst uit 1994 en betaling van verschuldigde bedragen, met wettelijke rente en een dwangsom. Subsidiair vorderden zij schadevergoeding wegens onrechtmatige exploitatie van programmatuur. De verweerder heeft de vorderingen bestreden en in reconventie gevorderd dat de eisers beslagen opheffen en een bedrag van ƒ 57.685,40 betalen. De Rechtbank heeft in haar vonnis van 14 december 2000 de vorderingen in conventie afgewezen, maar in reconventie [eiser 2] veroordeeld tot betaling van ƒ 35.000,-- en Stichting CAG tot medewerking aan de opheffing van beslagen. Dit vonnis werd door het Gerechtshof te Arnhem in hoger beroep bekrachtigd, met enkele wijzigingen. Tegen dit arrest hebben de eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de cassatie verworpen, waarbij de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Het arrest is gewezen door de vice-president en raadsheren van de Hoge Raad en openbaar uitgesproken op 20 juni 2003.

Uitspraak

20 juni 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/230HR
AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR VOOR HET BEHEER VAN DE AANDELEN
VAN DE C.A.G. (COLUMBUS AUTOMATISERINGSGROEP),
gevestigd te Hurwenen, gemeente Maasdriel,
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.W. Scheltema.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder te noemen: Stichting CAG en [eiser 2] - hebben bij exploit van 2 december 1999 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem en gevorderd bij vonnis [verweerder] zal worden veroordeeld:
primair:
1. tot de nakoming van de tussen Stichting CAG en [verweerder] gesloten overeenkomst d.d. 6 december 1994 op de wijze zoals tussen partijen bepaald en vastgelegd, voorts zal worden veroordeeld tot betaling van al hetgeen waartoe [verweerder] zich heeft verplicht aan Stichting CAG op grond van die overeenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum eerste aanzegging en ingebrekestelling te weten 27 maart 1995 dan wel 4 november 1999, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, zulks onder oplegging van een dwangsom van ƒ 1.000,-- per dag voor elke dag dat [verweerder], nadat twee dagen na betekening van het vonnis zijn verstreken, in gebreke blijft aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen;
subsidiair:
2. tot volledige schadevergoeding door [verweerder] aan [eiser 2], bestaande uit al het verkregen voordeel wegens de onrechtmatige exploitatie van de programmatuur waarop het auteursrecht rust van [eiser 2], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander nader op te maken bij Staat en te vereffenen volgens de Wet;
een en ander met veroordeling van [verweerder] in de kosten van deze procedure waaronder begrepen de kosten van de gelegde beslagen.
[Verweerder] heeft de vorderingen bestreden en zijnerzijds in reconventie gevorderd Stichting CAG en [eiser 2] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
- alle door Stichting CAG ten laste van [verweerder] gelegde beslagen op te heffen, zulks op verbeurte van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor iedere dag dat Stichting CAG niet aan haar veroordeling voldoet;
- een bedrag van ƒ 57.685,40 te voldoen aan [verweerder].
Stichting CAG en [eiser 2] hebben de vordering in reconventie bestreden.
Vervolgens heeft [verweerder] bij conclusie van repliek in reconventie zijn eis gewijzigd en gevorderd:
1. Stichting CAG en [eiser 2] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [verweerder] te betalen een bedrag van ƒ 35.000,--, zijnde de onverschuldigd betaalde exploitatiefee alsmede de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding;
2. Stichting CAG bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
- alle door Stichting CAG ten laste van [verweerder] gelegde beslagen op te heffen, zulks op verbeurte van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor iedere dag dat Stichting CAG niet aan haar veroordeling voldoet, en
- te betalen aan [verweerder] de kosten verband houdende met de bankgarantie zijnde ƒ 8.355,--.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 14 december 2000:
in conventie: het gevorderde afgewezen;
in reconventie:
I. [eiser 2] veroordeeld om tegen kwijting aan [verweerder] te betalen een bedrag van ƒ 35.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2000;
II. Stichting CAG veroordeeld mede te werken aan de opheffing van de conservatoire beslagen, gelegd met het verlof van de President van deze Rechtbank van 18 november 1999, een en ander op straffe van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor iedere dag, later dan 10 werkdagen na de betekening van het vonnis, dat Stichting CAG niet aan deze veroordeling voldoet, waarbij de dwangsom wordt gemaximeerd tot een bedrag van ƒ 500.000,--;
III. Stichting CAG veroordeeld aan [verweerder] te betalen een bedrag van ƒ 8.355,--;
IV. dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
V. het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit in conventie en in reconventie gewezen vonnis hebben Stichting CAG en [eiser 2] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 5 februari 2002 heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 14 december 2000 bekrachtigd, behoudens de veroordeling in het dictum in reconventie onder I en II, dit vonnis in zoverre vernietigd en, opnieuw rechtdoende:
I. Stichting CAG veroordeeld tegen kwijting aan [verweerder] te betalen een bedrag van € 15.882,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2000, en
II. verstaan dat de beslagen reeds zijn opgeheven.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof hebben Stichting CAG en [eiser 2] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft een anticipatie-exploit doen uitbrengen en voor antwoord geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Stichting CAG en [eiser 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 20 juni 2003.