ECLI:NL:HR:2003:AF7528

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/069HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de vennootschap BABY DAN A/S tegen meerdere werkvoorzieningschappen en BruCa Produkten B.V.

In deze zaak heeft de vennootschap naar Deens recht, BABY DAN A/S, op 11 juli 2003 cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak begon toen BruCa c.s. op 16 mei 2001 Baby Dan in kort geding dagvaardde voor de President van de Rechtbank te Utrecht. BruCa c.s. vorderde de onmiddellijke opheffing van het beslag dat Baby Dan onder hen had gelegd, en vroeg tevens om een verbod voor Baby Dan om andere beslagen te leggen, met een dwangsom van ƒ 100.000,-- per dag dat het beslag ten onrechte voortduurde. De President heeft op 23 mei 2001 het beslag opgeheven en Baby Dan onder bepaalde voorwaarden een dwangsom opgelegd. Baby Dan ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat op 10 januari 2002 het vonnis van de President bekrachtigde. Hierop heeft Baby Dan cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 juli 2003 het beroep in cassatie verworpen. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Baby Dan bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van BruCa c.s. op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

11 juli 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/069HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar Deens recht
BABY DAN A/S,
gevestigd te Lasby, Denemarken,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. F.I.S.A.L. van Velsen,
t e g e n
1. HET WERKVOORZIENINGSCHAP "WEERT EN OMSTREKEN", DE RISSE,
gevestigd te Weert,
2. HET WERKVOORZIENINGSCHAP "DE KANAALSTREEK", handelende onder de naam WeDeKa,
gevestigd te Stadskanaal,
3. BRUCA PRODUKTEN B.V.,
gevestigd te Leeuwarden, kantoorhoudende te Woerden,
4. DE SLUIS GROEP N.V.,
gevestigd te Woerden,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerders in cassatie - verder te noemen: Bruca c.s. - hebben bij exploit van 16 mei 2001 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Baby Dan - in kort geding gedagvaard voor de President van de Rechtbank te Utrecht en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Baby Dan te veroordelen tot onmiddellijke opheffing van het beslag onder Bruca c.s. gelegd en Baby Dan voorts te verbieden andere beslagen te leggen, onder oplegging van een dwangsom van ƒ 100.000,-- per dag dat het beslag ten onrechte voortduurt.
Baby Dan heeft de vordering bestreden.
De President heeft bij vonnis van 23 mei 2001:
- het door Baby Dan onder Bruca c.s. gelegde beslag opgeheven;
- Baby Dan bevolen om - indien zij opnieuw een verzoek tot het leggen van beslag onder één van Bruca c.s. indient - dit vonnis aan vorenbedoeld verzoekschrift te hechten;
- bepaald dat Baby Dan aan Bruca c.s. een dwangsom verbeurt van ƒ 50.000,--, indien zij niet aan het hiervoor bepaalde voldoet;
- voorts bepaald dat de hiervoor genoemde dwangsom voor matiging door de rechter vatbaar is, voor zover handhaving van die dwangsom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan het bevel is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van die overtreding;
- dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en
- het meer of anders gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Baby Dan hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 10 januari 2002 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft Baby Dan beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen Bruca c.s. is verstek verleend.
Baby Dan heeft de zaak doen toelichten door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Baby Dan in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Bruca c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 11 juli 2003.