ECLI:NL:HR:2003:AF7424
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot schadevergoeding tegen verzekeraar
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], AXA Schade N.V. (voorheen UAP Nieuw Rotterdam Schade N.V.) gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam. Eiser vorderde een schadevergoeding van ƒ 26.500,--, vermeerderd met wettelijke rente, na een eerdere afwijzing van zijn vordering door de Rechtbank op 4 november 1994. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waar verschillende tussenarresten zijn gewezen, waaronder een verwijzing naar de rol voor bewijslevering en een comparitie van partijen. Uiteindelijk heeft het Hof op 17 mei 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd. Eiser heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het Hof, die aan het arrest van de Hoge Raad zijn gehecht. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 384,44 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder nadere motivering, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.