ECLI:NL:HR:2003:AF7093
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van bezwaar tegen belastingheffing BPM
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) en de ontvankelijkheid van het bezwaar dat door belanghebbende was ingediend tegen de uitspraak van de Inspecteur. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, maar het Hof heeft deze beslissing vernietigd en belanghebbende ontvankelijk verklaard in het bezwaar, maar het verzoek om teruggaaf afgewezen. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen de regels uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met betrekking tot bezwaar tegen besluiten van bestuursorganen besproken. De Hoge Raad oordeelde dat indien de indiener van het bezwaarschrift niet de benodigde gegevens vermeldt, de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar niet kan plaatsvinden zonder dat de indiener de gelegenheid heeft gekregen om het ontbrekende aan te vullen. In dit geval bleek uit de stukken dat de Inspecteur belanghebbende deze gelegenheid niet had geboden, waardoor het bezwaar niet niet-ontvankelijk verklaard kon worden.
Daarnaast heeft de Hoge Raad de middelen van belanghebbende, die stelden dat de heffing van BPM in strijd was met Europese regelgeving, verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen falen bij gebrek aan belang, omdat het bedrag dat namens belanghebbende was voldaan geen betrekking had op gebruikte auto's. De Hoge Raad heeft zowel het principale als het incidentele beroep ongegrond verklaard en de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.