ECLI:NL:HR:2003:AF6779
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van La Fontana Sirena Limited tegen IGEB International B.V. en anderen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2003 uitspraak gedaan in de cassatieprocedure van La Fontana Sirena Limited, een vennootschap naar vreemd recht gevestigd in Piraeus, Griekenland, tegen IGEB International B.V. en andere verweerders. De zaak is ontstaan uit een geschil dat begon met een dagvaarding op 12 december 1990 door IGEB c.s. tegen La Fontana en Ceres Chemical Tankers Limited, waarbij IGEB c.s. vorderden dat La Fontana en Ceres hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 472.104,88, vermeerderd met wettelijke rente. La Fontana en Ceres hebben de vordering bestreden, waarbij La Fontana primair de vordering jegens Ceres en subsidiair de vordering jegens haar bestreed.
De Rechtbank te Rotterdam heeft in tussenvonnissen van 3 oktober 1996 en 3 juni 1999 beslissingen genomen die leidden tot bewijslevering en een comparitie van partijen. Tegen deze tussenvonnissen hebben La Fontana en Ceres hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 3 juli 2001 de vonnissen van de Rechtbank bekrachtigde en de zaak ter verdere afdoening naar de Rechtbank verwees. La Fontana heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof.
In de cassatieprocedure heeft de Advocaat-Generaal L. Strikwerda geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep van La Fontana verworpen, waarbij werd geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft La Fontana bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van IGEB c.s. zijn begroot op € 301,85 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.