ECLI:NL:HR:2003:AF6630
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 27 december 2001, betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd voor het motorrijtuig met kenteken AA-00-AA, betrof een bedrag van ƒ 992 aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van 100 procent. De Inspecteur had bij het vaststellen van de aanslag geen kwijtschelding verleend. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en enkele klachten aangevoerd. De Staatssecretaris heeft zich in zijn verweerschrift gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad. Belanghebbende diende een conclusie van repliek in. De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een hernieuwd onderzoek in volle omvang. Tevens is bepaald dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht van € 72 vergoedt.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd of belanghebbende behoorlijk was opgeroepen voor de zitting van 12 juni 2001. De uitspraak van het Hof kan daarom niet in stand blijven. De overige klachten behoeven geen verdere behandeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten in het cassatiegeding, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de proceskosten aan belanghebbende moet worden toegekend.