ECLI:NL:HR:2003:AF6564
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over geruisloze overgang van onderneming en belastingplichtige verplichtingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een beschikking van de Inspecteur van 28 november 2000, waarin werd beslist op het verzoek van belanghebbende om geruisloze overgang van zijn onderneming als bedoeld in artikel 18 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Inspecteur had het verzoek afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de voorwaarden voor een geruisloze omzetting van een onderneming in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid besproken. De Hoge Raad oordeelde dat indien een belastingplichtige een verzoek indient voor een geruisloze omzetting, de Inspecteur dit verzoek moet afwijzen als niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat in de specifieke feitenconstellatie van belanghebbende geen sprake was van een omzetting van de onderneming in de zin van artikel 18 van de Wet. Dit oordeel was niet onjuist en kon niet in cassatie worden getoetst.
De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van belanghebbende faalden en dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de procesgang is gedetailleerd beschreven, inclusief de betrokken partijen en hun standpunten.