ECLI:NL:HR:2003:AF6244
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake economische delicten en stillegging onderneming
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, van 5 november 2001. De verdachte, geboren in 1950 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Wet op de economische delicten. Het Gerechtshof had de verdachte onder andere veroordeeld tot stillegging van zijn onderneming voor de duur van één jaar en tot betaling van geldboetes. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat, mr. M. Kuiper, een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de stillegging van de onderneming niet alleen aan de eigenaar kan worden opgelegd, maar ook aan degene die het bedrijf uitoefent. Dit is in lijn met de wetgeving en eerdere jurisprudentie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Gerechtshof terecht de stillegging heeft bevolen, ondanks het feit dat de verdachte niet de eigenaar van de onderneming was. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd voor wat betreft de strafoplegging ter zake van de bewezenverklaarde overtredingen, maar heeft de verdachte wel veroordeeld tot betaling van 96 geldboetes van elk € 22,69, met vervangende hechtenis voor het geval van niet-betaling.
De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan, omdat de rechter naar wie de zaak zou worden verwezen, tot geen andere beslissing zou kunnen komen. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen en de uitspraak van het Gerechtshof gedeeltelijk vernietigd, maar de opgelegde straffen in stand gehouden, met uitzondering van de eerder opgelegde hechtenis die niet in overeenstemming was met de wet.
Deze uitspraak benadrukt de reikwijdte van de bijkomende straffen in het kader van economische delicten en de verantwoordelijkheden van degenen die betrokken zijn bij de exploitatie van een onderneming.