ECLI:NL:HR:2003:AF6214
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Wijziging bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarigen na eerdere beschikking
In deze zaak heeft de vrouw, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige [kind 1] en als schriftelijk gevolmachtigde van de meerderjarigen [kind 2] en [kind 3], een verzoek ingediend bij de Rechtbank te Arnhem. Dit verzoek was gericht op het wijzigen van een eerdere beschikking van de Rechtbank te Breda, waarin de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de drie kinderen op nihil was vastgesteld. De vrouw verzocht om deze bijdrage met ingang van 1 november 1999 vast te stellen op ƒ 300,-- per kind per maand.
De man heeft tegen dit verzoek geen verweer gevoerd, waarna de Rechtbank op 29 augustus 2000 het verzoek van de vrouw heeft toegewezen. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 19 februari 2002 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de man beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en is in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 6 juni 2003.