ECLI:NL:HR:2003:AF6206

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/072HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • D.H. Beukenhorst
  • O. de Savornin Lohman
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest van de Hoge Raad inzake de verplichtingen van De Scheveningse Pier Exploitatie B.V. tegenover Gotham City Music Promotions B.V.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 juni 2003 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van De Scheveningse Pier Exploitatie B.V. (hierna: De Pier) tegen Gotham City Music Promotions B.V. (hierna: Gotham). De zaak begon met een dagvaarding door Gotham op 2 juli 1997, waarin zij De Pier aansprakelijk stelde voor een vermeende tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst. Gotham vorderde een verklaring voor recht en een schadevergoeding van ƒ 81.000,--, vermeerderd met wettelijke rente. De Pier heeft de vorderingen bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 5.189,25 van Gotham gevorderd.

De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft in een tussenvonnis van 21 oktober 1997 een comparitie van partijen gelast en in een eindvonnis van 14 oktober 1998 de vordering van Gotham afgewezen, terwijl de vordering van De Pier in reconventie werd toegewezen. Gotham ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat na een tussenarrest van 18 mei 2000 en een tweede tussenarrest van 1 november 2001 De Pier tot bewijslevering toeliet.

De Pier heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het tussenarrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en De Pier veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Gotham zijn begroot op € 1.026,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Uitspraak

20 juni 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/072HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE SCHEVENINGSE PIER EXPLOITATIE B.V., gevestigd te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
t e g e n
GOTHAM CITY MUSIC PROMOTIONS B.V., gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie - verder te noemen: Gotham - heeft bij exploit van 2 juli 1997 eiseres tot cassatie - verder te noemen: De Pier - gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. te verklaren voor recht dat De Pier toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenis voortvloeiend uit de in de dagvaarding omschreven overeenkomst, en
b. De Pier te veroordelen om aan Gotham te betalen een bedrag van ƒ 81.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf primair 1 januari 1997, subsidiair vanaf de dag der dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening.
De Pier heeft de vorderingen bestreden en in reconventie gevorderd, Gotham te veroordelen, zulks bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, om aan De Pier te betalen een bedrag van ƒ 5.189,25, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 3 augustus 1997 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gotham heeft in reconventie de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij tussenvonnis van 21 oktober 1997 een comparitie van partijen gelast. Bij eindvonnis van 14 oktober 1998 heeft de Rechtbank in conventie de vordering van Gotham afgewezen en in reconventie de vordering van De Pier toegewezen.
Tegen dit eindvonnis heeft Gotham hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage.
Na een tussenarrest van 18 mei 2000 heeft het Hof bij een tweede tussenarrest van 1 november 2001 De Pier tot bewijslevering toegelaten, een comparitie van partijen gelast en iedere verdere beslissing aangehouden.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het tussenarrest van het Hof van 1 november 2001 heeft De Pier beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Gotham heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt De Pier in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Gotham begroot op € 1.026,34 aan verschotten en €. 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 20 juni 2003.