ECLI:NL:HR:2003:AF5891
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor asbestblootstelling en vergoeding verzorgingskosten
In deze zaak heeft eiseres, als erfgename van haar overleden echtgenoot, Wilton-Fijenoord gedagvaard wegens aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit asbestblootstelling. De echtgenoot van eiseres, [betrokkene 1], was van 1948 tot 1979 in dienst bij Wilton-Fijenoord en is in 1996 gediagnosticeerd met mesothelioom, een ziekte die gerelateerd is aan asbestblootstelling. Eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat Wilton-Fijenoord tekortgeschoten is in haar zorgplicht en een schadevergoeding van ƒ 10.868,93. De Kantonrechter heeft in een tussenvonnis een comparitie van partijen gelast en in een eindvonnis van 28 december 1999 een schadevergoeding van ƒ 2.219,56 toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van verzorgingskosten van ƒ 2.100,-- afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, wat leidde tot een vonnis van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2001, waarin de vordering van eiseres werd afgewezen. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen dit vonnis. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank niet onjuist heeft geoordeeld door de vordering tot vergoeding van verzorgingskosten af te wijzen. De Hoge Raad oordeelde dat de omstandigheden niet zodanig waren dat het inschakelen van professionele hulp gebruikelijk was, en dat de beslissing van de Rechtbank om de vordering af te wijzen niet onbegrijpelijk was. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen en eiseres in de kosten van het geding veroordeeld.