ECLI:NL:HR:2003:AF5691
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake diefstal door twee of meer verenigde personen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen en kreeg een taakstraf van 240 uren in plaats van zes maanden gevangenisstraf. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. S.R. Bordewijk, advocaat te Schiedam. De Advocaat-Generaal Vellinga concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor wat betreft de aangehaalde wetsartikelen en de opgelegde straf, en stelde voor om de straf te vervangen door 120 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een taakstraf had opgelegd, maar dat het Hof ten onrechte artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht had toegepast, aangezien dit artikel per 1 februari 2001 was vervallen. De Hoge Raad stelde vast dat het Hof de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht had moeten toepassen. De Hoge Raad verwerpt het beroep, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden en er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de straf zoals opgelegd door het Hof, met inachtneming van de juiste wettelijke voorschriften.