ECLI:NL:HR:2003:AF5550
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzoek om bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding na echtscheiding
In deze zaak heeft de moeder, na de ontbinding van haar huwelijk met de vader, verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding voor hun minderjarige dochter, geboren op 11 december 1986. Het verzoekschrift werd op 29 januari 2001 ingediend bij de Rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de moeder vroeg om de vader te verplichten een maandelijkse bijdrage van ƒ 350,-- te betalen, met ingang van 1 juli 2000. De vader heeft het verzoek bestreden, maar de Rechtbank heeft op 7 augustus 2001 het verzoek van de moeder toegewezen.
De vader ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 29 mei 2002 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Hierna heeft de vader cassatie ingesteld tegen de beschikking van het Hof. De moeder heeft verzocht om het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak op 25 april 2003 geoordeeld dat de klachten van de vader in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de vader verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de Rechtbank en het Gerechtshof in stand zijn gebleven.