ECLI:NL:HR:2003:AF5115

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
38243
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • E. Korthals Altes
  • P.J. van Amersfoort
  • A.R. Leemreis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen mededeling van Gerechtshof inzake verzoek om vervanging van mondelinge uitspraak

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld door X tegen een mededeling van het Gerechtshof te Amsterdam. Deze mededeling, gedateerd op 12 maart 2002, betreft het verzoek van belanghebbende om vervanging van een mondelinge uitspraak van 23 maart 2001 door een schriftelijke uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om beroep in cassatie in te stellen tegen een dergelijke mededeling. De Hoge Raad wijst erop dat, hoewel de mededeling in de vorm van een uitspraak is gedaan en er onder deze uitspraak is vermeld dat beroep in cassatie kan worden ingesteld, dit niet afdoet aan de wettelijke regeling die het beroep in cassatie uitsluit. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 28 februari 2003. Tevens wordt het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 82 teruggegeven door de Griffier van de Hoge Raad.

Uitspraak

Nr. 38.243
28 februari 2003
WM
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de als uitspraak aangeduide schriftelijke mededeling van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 maart 2002 dat het verzoek van belanghebbende om vervanging van de mondelinge uitspraak van 23 maart 2001, nr. 99/03785, door een schriftelijke wordt geacht te zijn ingetrokken.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Tegen een mededeling dat een verzoek om vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke ingevolge het bepaalde in artikel 27d, lid 4, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt geacht te zijn ingetrokken, stelt de wet beroep in cassatie niet open.
Aangezien het onderhavige cassatieberoep zich tegen zulk een mededeling richt, is dat beroep niet-ontvankelijk. Daaraan doet niet af dat de mededeling is gedaan in de vorm van een uitspraak en dat onder die uitspraak is vermeld dat daartegen beroep in cassatie kan worden ingesteld.
2. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2003.
Het door belanghebbende als griffierecht voor het onderhavige cassatieberoep betaalde bedrag van € 82 wordt door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.