ECLI:NL:HR:2003:AF5099
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over hoofdelijke veroordeling en buitengerechtelijke incassokosten
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, verweerders in cassatie gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage. Eiser vorderde een hoofdelijke veroordeling van de verweerders tot betaling van een bedrag van ƒ 400.000,--, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De vordering werd in eerste instantie door de Rechtbank afgewezen voor de verweerders 1 t/m 4, terwijl verweerder 5 werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 346.599,50, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat het vonnis van de Rechtbank bevestigde, met uitzondering van de zaak tegen verweerder 3, waartegen het Hof verdere beslissingen aanhield. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de klachten in de cassatie niet gegrond verklaard, omdat deze niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot voor de verschillende verweerders. De uitspraak is gedaan door de vice-president P. Neleman en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken op 23 mei 2003.