ECLI:NL:HR:2003:AF4925
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie van naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting door X B.V. te Z
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 augustus 2001, waarin een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting is gehandhaafd. De naheffingsaanslag, ter hoogte van ƒ 351.179, was opgelegd aan belanghebbende voor de verkrijging van onroerende zaken en appartementsrechten. Na het indienen van bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
In het cassatiegeding heeft belanghebbende enkele klachten aangevoerd tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2003 door de raadsheer L. Monné als voorzitter, samen met de raadsheren A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.