ECLI:NL:HR:2003:AF4635
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onverschuldigde betaling en belastingvordering
In deze zaak heeft de Ontvanger van de Belastingdienst op 27 juni 1996 eiser tot cassatie gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage. De Ontvanger vorderde een betaling van ƒ 93.044,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 november 1994. Eiser verzocht in conventie de Ontvanger niet-ontvankelijk te verklaren en voerde subsidiair een onverschuldigde betaling van ƒ 205.005,-- aan. In reconventie stelde eiser een vordering uit onverschuldigde betaling ten belope van ƒ 152.513,-- in. De Rechtbank heeft op 26 mei 1999 in conventie eiser veroordeeld tot betaling van ƒ 80.250,-- en de overige vorderingen afgewezen. Eiser ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 17 mei 2001 de zaak naar de rol verwees voor een akte door eiser.
Eiser heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Ontvanger heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 1.019,74 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en O. de Savornin Lohman, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 25 april 2003.