ECLI:NL:HR:2003:AF4628
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beroepsfouten van rechtsbijstandverlener in schadevergoedingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 mei 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Algemene Rechtsbijstandverzekeringsmaatschappij N.V. (Arag) en een zelfstandig ondernemer, aangeduid als [verweerder]. De ondernemer had zich verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid bij de N.V. Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij en had daarnaast een rechtsbijstandverzekering bij Arag. Na een ziekmelding in juni 1994, waarbij de ondernemer aanvankelijk voor 50% en later voor 100% arbeidsongeschikt werd geacht, ontstonden er geschillen over de uitkering. De Amersfoortse beëindigde de uitkering in april 1996, wat leidde tot een rechtszaak waarin de ondernemer Arag aansprakelijk stelde voor het niet tijdig ondernemen van actie tegen de beëindiging van de verzekering.
De Rechtbank te Utrecht oordeelde in tussenvonnissen dat Arag niet als een redelijk en bekwaam rechtsbijstandverlener had gehandeld, omdat zij de kwestie traag had behandeld. Het Gerechtshof te Amsterdam verklaarde de ondernemer niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de tussenvonnissen en vernietigde het vonnis van de Rechtbank. Arag ging in cassatie tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onterecht had geoordeeld over de bewijslevering en dat Arag wel degelijk een beroepsfout had gemaakt door de contractuele vervaltermijn te laten verstrijken. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd Arag veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 4.693,96 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.