ECLI:NL:HR:2003:AF4593
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verbeurde boete in verband met verbondenheid tussen ondernemingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en [verweerster]. De zaak betreft een vordering tot betaling van een boete van ƒ 300.000,-- die door [verweerster] was ingesteld tegen [eiseres] op basis van een boetebeding in een overnameovereenkomst. De vordering was gebaseerd op de stelling dat [eiseres] en Intra-Profiel, een onderneming waar [betrokkene 1] in dienst was, als verbonden ondernemingen moesten worden aangemerkt. De Rechtbank had de vordering van [verweerster] afgewezen, maar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigde dit vonnis en veroordeelde [eiseres] tot betaling van ƒ 100.000,--. Tegen deze uitspraak heeft [eiseres] cassatie ingesteld, terwijl [verweerster] incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de rechtsvragen omtrent de verbondenheid tussen [eiseres] en Intra-Profiel behandeld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom [eiseres] en Intra-Profiel als verbonden ondernemingen konden worden aangemerkt en dat het Hof niet had ingegaan op de vraag of de vordering van [verweerster] wel aan haar toekwam. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij het vaststellen van verbondenheid tussen ondernemingen en de toewijsbaarheid van vorderingen.