ECLI:NL:HR:2003:AF3808
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot rekening en verantwoording door erfgenamen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K.T.B. Salomons, in hoger beroep is gegaan tegen een eindvonnis van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. De verweerster, die optreedt als gevolmachtigde van de gezamenlijke erfgenamen van de erflater, heeft de eiser gedagvaard met de vordering om rekening en verantwoording af te leggen over het door hem gevoerde beheer. De Rechtbank heeft de eiser bij eindvonnis van 16 april 1999 veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 54.581,12 aan de verweerster, vermeerderd met wettelijke rente. Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft het vonnis bekrachtigd in een arrest van 13 november 2001. De eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos en A. Hammerstein, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 25 april 2003.