ECLI:NL:HR:2003:AF3804
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Gemeente voor onrechtmatige daad
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, aangeduid als [eiseres], de Gemeente 's-Gravenhage gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage op 24 januari 1996. Eiseres vorderde dat de Gemeente aansprakelijk werd gesteld voor schade die zij had geleden als gevolg van onrechtmatige daad. Eiseres vroeg de rechtbank om te verklaren dat de Gemeente aansprakelijk was en om schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De Gemeente heeft de vorderingen bestreden, waarna de Rechtbank op 23 december 1997 de vorderingen van eiseres afwees. Eiseres ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 18 januari 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 25 april 2003.